Curacao

Een paar dagen Curacao
Soms heb je van die vluchten op je schema waar de moed echt van in je schoenen zakt. Geloof het of niet: vier dagen Curacao. "Wat?", hoor ik je nu denken. "Dat is toch heerlijk?" Ja, dat is het ook, maar soms wil je eigenlijk niet van huis weg. Met lood in mijn schoenen ging ik me dus melden. Een leuke verassing was dat ik een crew had met alleen maar dames. De purser, Ilona, was een pittige dame om te zien. Ze was iemand die bij mij gelijk de indruk wekt de touwtjes stevig in handen te hebben. Tegen dat soort vrouwen kijk ik vaak een beetje tegenop: zelfstandig, niet op hun mondje gevallen, streng en dan zijn ze ook nog je leidinggevende.

Tijdens de vlucht bracht een van de stewardessen Het Zesde Zintuig ter sprake. Op dat moment werd ik herkend. Televisie heeft iets magisch, ineens wil iedereen van alles van je weten. Misschien is het ook wel het paranormale, wat dan tot de verbeelding spreekt. Grappig is het wel. Nadat alle dames me uitgebreid hadden ondervraagd, gaven er vijf aan wel een reading te willen. Het was een drukke vlucht geweest, we hadden hard gewerkt. De dagen op Curacao waren dus verdiend. Ilona had ik tijdens de vlucht amper gezien. Aangekomen op de bestemming, dronken met z'n allen een wijntje, om daarna vroeg naar bed te gaan.

De reading
De volgende ochtend heb ik op het strand aan twee van de collega's een reading gegeven. News travels fast, want binnen no time was iedereen op de hoogte van alles wat er gezegd was door mij, en of het klopte of niet. De meiden waren echt onder de indruk van wat ik bij ze doorkreeg. Oma's, mannen, kinderen, blokkades, verdriet, van alles kwam er langs. Het voelt heel erg fijn als je mensen weer iets mee kunt geven op hun pad in het leven, maar het is ook uitputtend. Het was dus de hoogste tijd om eens even echt relaxed te gaan liggen op mijn knalgele strandbed en te genieten van de palmbomen, het witte strand en de azuurblauwe zee. Het was warm, maar door de wind heel goed vol te houden op het strand. Een rotleven, dat leven van een steward. En dan te bedenken dat ik liever thuis had willen blijven waar het een graad of zes was en de regen met bakken uit de lucht kwam.

Ik lag nog maar paar minuten in de zon, toen ik in de verte Ilona aan zag komen lopen. Toen ze dichterbij kwam besefte ik dat ze op mij af kwam.. Ik ging verkrampt weer 'spontaan' liggen en wachtte af. "Henk Jan, jij bent toch medium, hè? Kan ik een reading krijgen? Ik heb dat nog nooit gedaan en ik ben sceptisch. Eigenlijk geloof ik er gewoon niet in, maar ik ben ook nieuwsgierig. Gisteren heb ik van collega's opgevangen wat jij doet. Ik betaal je ervoor als je dat wilt". Heb ik weer, dacht ik nog, wat als ik juist bij haar niets door krijg, ze is al zo streng. Nee durfde ik niet te zeggen, dus ik stemde in met een reading, waarbij ik haar wel zei dat ik mijn best ging doen, maar nooit garanties kan geven wat er door komt. Dit omdat het immers niet van mezelf komt. Ze ging akkoord. Op dat moment had ze er geen tijd meer voor, want haar vader en stiefmoeder waren op het eiland en daar bracht ze de middag mee door. Op het moment dat ze wilde weg gaan, kreeg ik gelijk iets door. Ik vroeg haar of ik iets tegen haar mocht zeggen. "Kort hoor," zei ze. "Jij wilt altijd dat je vader je laat zien dat hij trots op je is, hè?" zei ik. Geen reactie. "Wil je eens kijken of je vandaag aan hem kunt laten zien dat jij trots op hem bent, zonder er iets voor terug te verwachten? Je zult zien dat je dan pas terug krijgt wat je altijd van hem hebt willen hebben. Namelijk die erkenning." Ze stond op, bedankte me en zei: "Ik zal kijken of ik er iets mee kan".

Polletje Piekhaar
Het was aan het eind van de middag toen ze weer aan kwam lopen en bij mij op het strandbed kwam zitten. "Nou, nu maar". Ik slikte een keer en dacht: doe maar wat je doen moet, ze wil dingen weten van je. Na wat concentratie kreeg ik direct allerlei dingen bij haar door. Dat ze vier zussen had, maar ik zag er ook nog een man bij. Die man kon ze niet direct plaatsen. Toch gaf ze op een gegeven moment toe dat ze een broer had, maar dat zij en haar zussen hem al jaren niet gesproken of gezien hadden. Zijn naam kwam ook gelijk door, Rob. Haar strenge ogen werden steeds groter. "Hoe kon je dat nou weten?" Ik vertelde haar dat haar moeder iets met haar borst had, kanker. Maar ik kreeg ook door dat ze daar niet aan was overleden. Mijn hart deed heel erg pijn en sloeg onregelmatig. Het voelde alsof ik niet goed meer kon praten en mijn lippen wilden niet van elkaar. "Je moeder is niet overleden aan die kanker en in haar laatste weken kon ze moeilijk praten. Ze is overleden aan haar hart, heel plotseling was het." Haar moeder stond naast haar, ik zag haar en beschreef haar. "Het klopt allemaal wat je zegt", zei Ilona, terwijl ze haar lippen op elkaar beet. "Dat kan echt niet. Het is onmogelijk dat mijn moeder hier is". Ik probeerde zo kalm mogelijk te blijven, vooral omdat ik bij haar geen fouten wilde maken. Ze is immers al zo 'ongelovig'. "Mijn moeder had een koosnaampje voor me", zei ze. "Dat weet niemand." Mijn lichaam spande zich gelijk weer aan. Moeilijk, als je je zo moet bewijzen ten opzichte van iemand. Ik liet het even los en vertelde haar nog dat haar moeder graag wilde dat Rob weer in contact kwam met zijn zussen. En ik voelde dat hij overzees was. Ineens kreeg ik een woord door.

"Je moeder wil dat ik iets tegen je zeg", zei ik tegen haar. "Olletje.. P...p p Olletje". "Oh, mijn God", zei Ilona. "Polletje Piekhaar, zo noemde mijn moeder mij altijd. De tranen biggelden over haar wangen. "Ze is echt hier, hè?"
Ik vertelde dat het moeilijk voor me was haar moeder te verstaan, maar dat ze geen pijn meer had. "Ik weet niet wat ik moet zeggen", snikte ze. "Hoe kan dit nou?" Ineens zag ik dat lieve kleine meisje van toen. En precies op dat moment ging de telefoon. "Vind je het heel erg?", vroeg ze. "Nee, kijk maar even", zei ik. Het was een sms van haar stiefmoeder. "Je vader wil je laten weten dat hij een hele fijne middag heeft gehad en dat hij ontzettend veel van je houdt". Wederom begon ze te snikken. "Dit is de eerste keer in mijn leven dat mijn vader tegen mij zegt dat hij van me houdt", huilde ze. Ik legde mijn hand in haar blonde haren, die alle kanten op stonden. "Fijn, hè Polletje?", zei ik tegen haar. "Wat een fijne reis, hè?"